Stap : Jezus zegent de kinderen

Beste ouders,

Deze activiteit is gebaseerd op het boekje wat een geluk.

(Normaal hebben jullie dit boekje al gekregen. Indien niet neem dan contact op met je catechist.)

  1. Lees in het boekje “wat een geluk” stap 4 blz. 26-29
  2. Probeer samen de onderstaande opdrachtjes uit te voeren.
  3. Stuur alles (foto’s of filmpje) op naar jullie catechisten
 

‘Wat een geluk’  is opgebouwd rond zeven samen leesmomenten voor thuis, voor ouders en kinderen (eerste communicant) samen

Het is een drieledige opzet:

  1. de intergenerationele aanpak (ouders en kinderen samen)
  2. de verhalende benadering (met in totaal zes Bijbelse verhalen)
  3. de doe-aanpak (bij elk samenleesmoment staat er ook een doetip – het is meer dan ‘samen lezen’).

Extra Opdrachtje

Speel het verhaal na, met lego blokjes, playmobile, keien, knuffels, poppen

  • maak er een filmpje of foto’s van zodat wij er allemaal van kunnen genieten. Aan de hand van het verhaal kan je wel verder ( liefst klaar tegen 1 april)

Materiaal 

  • Keien: één grote witte kei (Jezus), tien kleine witte keien (kinderen), tien gewone witte keien (volwassenen), twee gekleurde keien (apostelen), 
  • Houten blokken (bankjes)
  • Een boomstronkje
  • Enkele plantjes

Spel

De toeschouwers stappen enthousiast naar de bankjes. (Beweeg de keien één voor één richting houten blokken.) Als alle bankjes vol zitten zegt één van de toeschouwers tegen de toeschouwer naast zich: 

  • Ik ben erg benieuwd. Vandaag zie ik Jezus voor het eerst! Ik hoorde al veel goeds over Hem. Heb jij Hem al eens gezien?
  • Nee, antwoordt de nader, het is voor mij ook de eerste keer. Spannend, hé?

Ineens komen er twee apostelen. (Apostelen = 2 gekleurde keien) Ze stappen tot voor de boomstronk.

  • Dames en heren, goede middag! Welkom. Nog even geduld. Jezus komt zo dadelijk!’ De toeschouwers reageren enthousiast:
  • ’t Is zover. Eindelijk krijgen we Hem te zien! (Laat de grote witte kei (= Jezus) stappen richting toeschouwers.)
  • Ik krijg er kriebels van in mijn buik.
  • Kijk, daar is hij…Jezus! Hallo, dag Jezus! Enkele toeschouwers springen de lucht in en roepen enthousiast Jezus’ naam tot Hij gaat zitten op de boomstronk. Jezus spreekt tot de toeschouwers. (Laat alle kinderen met enkele ouders (= rij kleine keitjes en enkele gewone keien) aankomen tot aan de achterzijde van de bankjes.)

Mogelijke inhoud:

  • Begroeting en verwelkoming
  • Jezus dankt de berg, de zon, de bomen voor hun aanwezigheid en diensten en vertelt dat hij de mensen vandaag graag wil vertellen over een zaadje… De ouders met kinderen komen op de plaats waar Jezus is.

 (Jezus (= grote witte kei) gaat zitten bij een boom (= plant)) Enkele kinderen reageren:

  • O, alle banken zijn al vol. Nu kunnen wij Jezus niet zien!
  • Papa, waarom stopt de rij? Mogen wij niet bij Jezus?
  • Toch wel hoor, zegt papa, maar alle plaatsen zijn al bezet. Als we wachten kunnen we straks misschien toch nog even bij Jezus.
  • Mama, duurt het nog lang vooraleer we Jezus zien?
  • Geduld, jongen. Nog even wachten. Jezus beëindigt zijn verhaal en dankt alle toeschouwers voor hun aanwezigheid. Dan gaat hij verderop zitten bij een boom.

De twee apostelen zenden de toeschouwers naar huis. Als de apostelen de kinderen zien, willen ze hen naar huis sturen.

  • ‘Ga naar huis. Jezus is moe. Hij wil rusten en heeft nu geen zin om gestoord te worden.’ Enkele kinderen beginnen te huilen. De ouders vragen begrip en de toestemming om Jezus even te mogen groeten. Maar de apostelen reageren afwijzend. Dan stapt Jezus naar de kinderen die enthousiast naar Hem toe lopen. De apostelen proberen ze weg te jagen.

Maar Jezus zegt:

  • laat die kinderen tot bij mij komen. Ze hebben de hele namiddag gewacht om Mij te zien. Hou ze niet tegen.

Jezus nodigt de kinderen uit om rond Hem in het gras te zitten. (Jezus (= grote witte kei) en alle kleine keitjes samen) Hij spreekt ze aan en vraagt hun naam. Hij praat gezellig met hen. Dan geeft Hij hun een knuffel en wenst hen het beste toe. De kinderen keren dolgelukkig met hun ouders naar huis terug. Ook Jezus en de apostelen gaan weg.

of

Materiaal 

Op een groen doek, dat velden oproept, staan een aantal witte dozen die huizen suggereren. ‘Poppen’ uit boetseerklei stellen Jezus voor, zijn vrienden, een papa en een mama, een of meerdere kleuters. 

Spel 

Jezus is op wandel met zijn vrienden. Ze spreken met elkaar. Uit het gesprek blijkt wie Jezus is. In de buurt van de huizen praten een papa en een mama met elkaar. Ze willen graag naar Jezus gaan, ze luisteren graag naar Hem. Er zijn al veel mensen naar Hem toe gegaan. Een kleuter komt en vraagt: 

  • ‘Ga jij naar Jezus, mama? Mag ik ook mee? Ik wil Jezus zien, ik hoor Hem graag vertellen.’ (of: een groepje kleuters is in het zand aan het spelen. Eén van hen ziet Jezus en zijn vrienden, en gaat er naartoe…)

Eén van de vrienden van Jezus spreekt het kind aan en zegt dat het niet bij Jezus mag komen. Maar Jezus komt naar het kind toe en spreekt het aan. Vanuit een illustratie (illustratie: TOV Bijbelverhalen in Woord én Beeld) Neem de prent ‘Jezus en de kinderen’. De kinderen vertellen wat ze zien. Mogelijke vragen:

  • Wie kijkt blij op deze prent? 
  • Wat doen de kinderen? (een kind raakt Jezus aan, een ander kind laat de allerkleinste ook in de kring komen, andere kinderen kijken naar Jezus)

De mama’s kijken tevreden toe. Ze vinden het leuk dat Jezus tijd maakt voor hun kinderen. 

Luister zeker nog naar volgend liedje...